ONE DEBT ISLAND

De oorspronkelijke begroting van 2014 gaf een tekort aan van Afl. 235 miljoen. Hierbij waren niet inbegrepen Afl. 39 miljoen ten behoeve van tegenvallers noch het bedrag van Afl. 170 miljoen ‘vermogensdotatie’ in het kader van de pensioenhervormingen van het APFA. Uiteindelijk kwam het begrotingstekort daarmee uit op ruim Afl. 440 miljoen. Inmiddels is de regering er in geslaagd de ‘vermogensdotatie’ aan het APFA te financieren. Dat deed zij door een lening te sluiten bij…diezelfde APFA die zij moest betalen! M.a.w. de regering voldeed aan haar betalingsverplichting door een schuld aan te gaan bij dezelfde instantie waar zij bij in het krijt stond. Het grote verschil is nu dat de schuld formeel is vastgesteld en daar nu flink rente over wordt betaald. De schuld wordt daarmee alleen maar groter.

Op grond van ditzelfde beleid hebben de opeenvolgende regeringen bij alle beschikbare geldschieters de een na de andere lening gesloten die in de loop van de komende decennia moeten worden afgelost. De overheid maakte daarbij voor een belangrijk deel gebruik van zgn. bulletleningen. Hierover wordt alleen rente maar geen deelaflossing op betaald. Aan het eind van de afgesproken termijn moet het volledig geleende bedrag in een keer worden afgelost. Volgens verkregen informatie zagen de aflossingsverplichtingen van het land Aruba, exclusief leningen aangegaan in 2014, er de komende 14 jaar als volgt uit:

Daarbij valt met name op de aflossing ad Afl. 549 miljoen in het jaar 2023. Dat is exclusief de verplichtingen die Aruba moet betalen wegens de PPP-projecten. Die zullen volgens de Centrale Bank van Aruba vanaf 2019 tot 2036 jaarlijks Afl. 100 miljoen bedragen. Tezamen vormen deze aflossingsverplichtingen in 2023 meer dan de helft van de totale huidige begroting! De verschuldigde rente van omstreeks Afl. 200 miljoen is daarbij niet inbegrepen.

We hoeven echter niet te wachten tot 2023 om in moeilijk financieel vaarwater te komen. Ook de aflossingen van meer dan Afl. 200 miljoen, die samen met de jaarlijkse renteverplichtingen van tussen Afl. 200 en 230 miljoen ruim een derde van de begroting opslokken, zullen welke regering dan ook de nodige hoofdbrekens kosten. Te meer omdat deze bedragen niet zomaar op de lokale geldmarkt verkregen kunnen worden. Financiering via de internationale geldmarkt is dus noodzakelijk. Daarvoor heeft Aruba echter toestemming nodig van de Rijksministerraad. Die toestemming kan de Arubaanse regering op haar buik schrijven zolang zij de adviezen van alle belangrijke adviesorganen, inbegrepen die van de CFT, als vanouds naast zich neer legt en haar eigen ‘oplossingen’ autonoom blijft bepalen.

Inmiddels heeft de vakminister van Financiën aangegeven dat er geen nieuwe belastingen worden geheven, noch bestaande belastingen worden verhoogd. Volgens de minister kan de regering meer geld binnenhalen door een betere inning van de omstreeks Afl. 2,2 miljard florin aan achterstallige betalingen aan de belastingdienst. Dat is meer dan de helft van de huidige nationale schuld. De vraag is in hoeverre deze oplossing reëel is.

Al decennialang zendt het Belastingkantoor aanslagen ‘ambtshalve’ de deur uit. Daarmee voorkomt de Belastingdienst dat aanslagen verjaren en zij dan kan fluiten naar haar centen. De aanslagen geven echter geen volledig of juist beeld van de werkelijke situatie. Vaak wordt bezwaar aangetekend tegen het aangeslagen bedrag. De uiteindelijke afrekening kan dan behoorlijk verschillen van de oorspronkelijke aanslag. Zo kwam eind 2009 een geschil in de openbaarheid tussen de Belastingdienst en een krantenmagnaat die werd aangeslagen voor omstreeks Afl. 20 miljoen. Na jarenlang getouwtrek waarbij zelfs de top van de Belastingdienst door de huidige regering werd verwijderd op beschuldiging van het lekken van informatie, werd een betaling overeengekomen dat slechts een fractie bedroeg van de aanslag. Het lijdt dan ook geen twijfel dat het geclaimde bedrag van Afl. 2,2 miljard uiteindelijk heel veel minder zal bedragen waardoor de Arubaanse schuldpositie niet noemenswaardig wordt verlicht.

Opvallend is dat de regering ook op dit gebied niet leert van eerdere ervaringen. In een vorige regeerperiode (begin 21e eeuw) van dezelfde AVP-partij die nu de dienst uitmaakt, stelde de toenmalige minister van Financiën dat er ruim Afl. 1 miljard ‘op straat lag’. Ook toen werd dit bedrag onder meer vastgesteld aan de hand van ‘ambtshalve verstuurde aanslagen’. De regering rekende zich op grond daarvan rijk en stelde begrotingen op die gebaseerd waren op de complete inning van de ‘verschuldigde bedragen’ (Ticonomics). De realiteit bleek echter weerbarstiger dan de droom. Veel bedrijven bleken niet meer te bestaan, schuldenaars waren verdwenen en van grote aanslagen werd slechts een klein deel verkregen. Uiteindelijk bleek de luid verkondigde Afl. 1 miljard aan voorziene belastingopbrengsten grotendeels gebakken lucht. Vanzelfsprekend had dit negatieve gevolgen voor de begrotingen.

De vraag is nu op grond waarvan de huidige vakminister van Financiën, die per slot van rekening de nodige ervaring heeft op het gebied van belastingen, van oordeel is dat er dit keer wel (veel) meer succes zal worden geboekt waardoor ontvangen adviezen wederom niet hoeven te worden opgevolgd.